Hoe gaat het met je? Het lijkt een eenvoudige vraag. Vijf woorden, makkelijk uitgesproken en …. toch vaak beladen. In luttele seconden gaat het door je brein, wat zal ik doen: een wenselijk antwoord geven zoals een automatisch ‘Goed hoor!’, het luchtige ‘Druk, druk, druk!’ of zal ik écht vertellen hoe het met me gaat?
Waarom voelen we ons vaak wat ongemakkelijk bij deze vraag? Misschien omdat het ons confronteert met onze eigen kwetsbaarheid, onze eigen twijfels. Ons antwoord kan rauw zijn, ongecensureerd en daar kunnen we zelf mogelijk van schrikken. Want als we écht antwoord geven, delen we iets van onze innerlijke wereld dat misschien voor ons gevoel niet past in het decor van een snelle koffie of een zakelijke ontmoeting. Of misschien zijn we bang dat we de ander in een ongemakkelijke situatie brengen en kiezen we daarom liever voor een gemakkelijk, oppervlakkig antwoord.
Wanneer we zelf de vraag aan iemand stellen, nemen we ook een risico. Wat als het antwoord ons overvalt en we ons machteloos voelen, omdat we denken dat we er iets mee moeten doen? Wat als we ons plaatsvervangend schamen voor de emoties die de vraag bij de ander oproept, gevolgd door schuldgevoel omdat wij degene waren die de vraag stelde? Misschien zijn we terughoudend omdat we twijfelen of de ander zich er wel prettig bij voelt. Of, wie weet, zegt dat juist iets over onszelf – omdat wij ons er ongemakkelijk bij voelen 😉.
Eigenlijk is ‘Hoe gaat het met je?’ een heel krachtige vraag. Het is een opening om elkaar echt even te zien. Door te luisteren, zonder oordeel, bieden we ruimte aan iets belangrijks. Want als we van twee kanten de vraag en vooral het antwoord durven toelaten, ontmoeten we elkaar echt, in begrip, in empathie, in menselijkheid.
Hoe zit dat bij jou? Geef jij eerlijk antwoord op de vraag: ‘Hoe gaat het met je?’ Of, wanneer jij de vraag stelt, ben je echt bereid om te luisteren naar het antwoord van de ander?
Natuurlijk is een open gesprek niet altijd op zijn plaats, maar wanneer dan wel? Misschien is dat kleine beetje ongemak precies wat nodig is om elkaar écht te zien en van betekenis te kunnen zijn. En moeten we dat gewoon wat meer oefenen met elkaar.
Want als je het echte antwoord toch niet wilt horen, waarom stel je de vraag dan eigenlijk 😉?